Tekst : Danny Moens

 

Nacht van 25 Juli 1956

Na 100 incident vrije Atlantische oversteken vaart kapitein Piero Calamai tegen full speed in de mistige duisternis over de Atlantische Oceaan, ten zuiden van Nantucket. 

De passagiers hadden hun bagage al klaar gezet voor hun aankomst in New York de volgende morgen. Alles was zeer rustig na het afscheidsfeest. Nog enkele passagiers waren hun laatste nacht op zee nog aan het vieren.

 

 

Op het radarscherm van de Andrea Doria was slechts 1 schip te zien op een afstand van 16 mijl.

Vroeger op de dag was de Stockholm, een Zweeds- Amerikaanse oceanliner, kleiner en trager dan de Andrea Doria, vanuit New York vertrokken. De donkere nachtlucht was kristal helder.  De kapitein van de Stockholm kon de opkomende mistbank niet zien van op zijn commandobrug. Het contact op zijn radar kon niets anders zijn dan een plaatselijke vissersboot die ’s nachts nog aan het vissen was.

De nachtwachten van beide boten maakten discrete ontwijkende manoevers om een aanvaring te vermijden. Een ongelukkige opeenvolging van verschillende navigatie beslissingen van de bemanning van de 2 boten maakten de situatie bijzonder hachelijk. Vanaf het moment  dat de 2 schepen elkaar konden zien was een aanvaring onvermijdelijk.

Kapitein Calmai, die op de brugvleugel stond, zag de versterkte boeg van de Stockholm 10 meter door de romp van zijn schip langs stuurboord  scheuren. De boeg van de Stockholm was afgebroken en  viel direct uit de scheepsromp van de Andrea Doria. De koude zee stroomde onmiddellijk langs de gapende wonde binnen. De doodstrijd van het Italiaans passagiersschip was begonnen.

 

52 Mensen verloren op dat moment al het leven. Het werd een nacht vol verwarring en zorgen want 1650 passagiers moesten op een veilige manier geëvacueerd worden. De Andrea Doria helde gevaarlijk over naar stuurboord. Om 10.09 u., 26 Juli 1956 verdwijnt de eens zo majestueuze oceanliner voor goed onder de golven naar de bodem van de oceaan.

    

Juli 1972, Costa Blanca 

Ik doe mijn eerste  duik naast mijn vader. Een meter of 5 diep. Hij heeft de zware duikfles onder zijn arm want die kan ik nog niet op mijn rug dragen. Veel te zwaar. Een jacket bestond nog niet of was veel te duur. Alleen de mannen van Cousteau hadden zulke gesofisticeerdeapparatuur. Mijn vriend Iwan snorkelde naast mij. Plots dook hij naar beneden en haalde hij een amfoor uit het zeegras, al snorkelend, prachtig. Na de duik maken we kruik schoon. Ze is nog volledig intact, een prachtige souvenier uit de oudheid.

 Vanaf toen is het allemaal begonnen. In de winter snorkelde ik zelfs droog in de living op de grond met heel mijn basisuitrusting aan. Ik maakte nauwe doorgangen met de tafel, stoelen en kussens. Ik simuleerde nauwe doorgangen om in wrakken te penetreren. De volgende 2 jaar dook ik nog sporadisch. Alleen op verlof kon ik eens met een duikfles autonoom rondzwemmen.

16 Juli 1976

 Op 9 dagen en 20 jaar na het zinken van de Andrea Doria doe ik mijn eerste echte duik in Frankrijk, Cavaliere. Ik heb mijn eigen duikuitrusting. Een pak gekregen van iemand die het niet meer nodig had, veel te groot. Flessen met riemen  van rolluik lint. Ik was de koning te rijk. Zelfstandig rond zweven, gewichtloos zijn, zalig. In die tijd bestond dieptekwalificatie nog niet. Naar diepte werd nog niet gezien, over verzekeringskwesties was nog geen sprake. Af en toe had er eens iemand de ‘ caissonziekte’. Soms verdronk er al eens een duiker, dan kwam het door de slechte lucht in zijn fles. We moesten alles op kracht doen. We hadden niet de luxe van een trimvest. Na 20 duiken kapte ik al koraal op 60 meter. Ik weet nog heel goed dat ik tijdens die eerste duik al naar al naar amforen zocht. De piraat in mij was volledig losgebroken. Wrakken beginnen me meer en meer te interesseren! Op 6 Juli 1985 doe ik mijn eerste echte wrakduik  op de Noordzee. Een bergingsschip, de Philip Cousteau,  bracht ons naar 2 prachtige wrakken aan de Thornton Bank. Het was een helse bedoening met veel golven, veel stroming en heel slecht zicht. De meeste opvarenden waren serieus zeeziek. Het schip was een omgebouwde vissersboot en niet erg stabiel. Al bij al was het een fantastische ervaring om nooit te vergeten. De wrakken waren zo mooi begroeid en het zat er vol vis. Een ware oase op de bodem van de zee. Tijdens mijn 2 de duik vond ik mijn eerste trofee, een koperen stormluik van een patrijspoort. Ik had veel moeite om het zware ding mee naar boven te sleuren maar het lukte.

Nog vele Noordzeeduiken zouden volgen. Maar er was steeds maar een korte tijdspanne om te zoeken in de diepte. Om mijn bodemtijden te verlengen begon ik Nitrox te  gebruiken. Dat scheelde al een beetje in tijd. Nadien schakelde ik over op Nitrox gecombineerd  met een stage gevuld met een deco-gas van een hoog percentage zuurstof. Dat gaf weer wat meer mogelijkheden.Nadien begon ik te lezen over Trimixduiken. Dat was nog een stapje verder. Een hele bedoening met een hoop duikflessen op je lijf. De echte diepe wrakken kun je alleen maar bereiken met een mengsel van zuurstof, helium en stikstof. Het is belangrijk de juiste mengeling goed te berekenen. Na een jaar trainen, lessen volgen en hard studeren behaal ik op  17 November 2003 samen met mijn goede duikmaat, Stef Teuwen,  mijn full TRIMIX brevet. Die dag halen we in open circuit 110 meter tijdens een duik in Egypte. Na 2 uur totale duiktijd bereiken we veilig de oppervlakte. Onze bodemtijd was 15 minuten! 

Al vlug voelde ik de beperkingen  van het duiken in open circuit op deze dieptes. Op 110 meter had je niet veel te vertellen met 2x 12 liter flessen op je rug. Je verbruikt hier immers om en bij de 220 liter ademgas per minuut. De enige oplossing om wat meer luchtvoorraad  te hebben  was of groter flessen meesleuren of een’ closed circuit rebreather’ (CCR) te  kopen. Met een CCR heb je ongeveer voor  5 uren lucht bij. Een rebreather geeft ook steeds het ideale mengsel voor elke diepte. 

Op 24 September 2005 doe ik samen met Stef onze eerste echte rebreather duik. Het was helemaal opnieuw leren  duiken. Vroeger doken we dikwijls op onze ademhaling maar dat was nu uit den boze. Het volume van je longen speelde nu geen rol meer. Je moet je haar fijn uitbalanceren op je trimvest. Ervaring opdoen was de boodschap. 

Begin 2008 kreeg ik de vraag om deel uit te maken van een internationale expeditie naar de Andrea Doria, samen met Danny Huygen, een bekende onderwatercineast.  Ik had nooit gedacht dat ik na al die jaren duiken ooit de gelegenheid zou krijgen om  op de Andrea Doria te duiken. Dit had ik nooit durven dromen. Zo een expeditie vergt wel wat  voorbereidingen. Ik begin hard aan mijn conditie te werken, in en uit het water. Lopen, fitnessen en  duiken met  heel je uitrusting aan zijn een ‘must’. Een goede voorbereiding heb je zelf in de hand. Uithouding, routine, discipline en beheersing  zijn zeer belangrijke factoren voor zulke duiken. Dat heb je zelf in de hand en daar moet je aan werken. Er zijn veel omstandigheden tijdens een expeditie die je succes op de proef kunnen stellen.

 

 

Expeditie  Expeditie  ‘Andre Doria’  2008

ST.CYR, Zuid Frankrijk,  01/05/2008

Ik zit al een hele week op stage voor mijn rebreather full trimix CCR  diploma te behalen  in Zuid-Frankrijk. Dit  diploma heb je nodig  om zeer diepe duiken te maken met je rebreather en met mengsels die helium bevatten, zo genaamde TRIMIX mengsels. Zonder dit brevet  kun je de echte diepe wrakken vergeten.

Materiaal op tuigen, controleren van je unit, mengen of blenden van je gassen, analyseren van je gassen, je duikplanning maken op je laptop, het is allemaal heel omslachtig en tijdrovend. Rust heb je niet veel, je bent altijd bezig met je duik. Dit is ook normaal want zulke duiken zijn echt duiken met een ‘point of no return’. Fouten marge, ‘zero’, niks mag er mis gaan. Alles moet tot in de puntjes gecontroleerd  worden en een minuut is een minuut en niet langer. Een meter is een meter en niet dieper. Als je bv. 1 minuut langer blijft op 110 m., betekend dit 20 minuten langer decompresseren. Met alle gevolgen van dien. Dus het is altijd oppassen geblazen, in alle fasen van je duik..

Vandaag doe ik mijn laatste proef. Een duik naar 75m., beneden op de bodem gaat zo gezegd iets fout met je rebreather. Dan moet ik direct overschakelen op half open circuit, dwz , om de 4 à 5 ademhalingen je ademmengsel  uit je counterlongen lozen langs je neus of langs een klep en tegelijker tijd nieuwe lucht inblazen, dit alles manueel, gewoon een kwestie van concentratie. Alles is tot in de details gebriefd. We duiken met 3.  Paul de instructeur, Tony en ik.

Ik help iedereen aan boord bij het aankleden en ga  als laatste met een achterwaartse val te water. Wanneer ik mij omdraai doet mijn buddy plots teken dat hij een probleem heeft met de inflator van zijn droogpak. Ik zwem naar hem toe en probeer de  slang van zijn droogpak aan te sluiten. Met al die flessen op ons lichaam  is dit niet gemakkelijk.  Om en bij de 80 kg materiaal hebben we bij.  Na ongeveer 2 minuten tik ik op zijn schouder en geef hem het OK-teken om af te dalen. Plots ben ik heel even buitenadem. Ik denk nog in mezelf: ‘ Nu moet ik tegen mijn buddy’s teken doen om even te rusten, ik heb toch normaal een goede conditie?’

Ik zag  de rode draak van Paul zijn Orobouros rebreather in een diepe, donker blauwe gang naar de abyss verdwijnen.

Plots roepen er stemmen tegen mij.  ‘ Danny, respire!’  Ik word wat raar, loom wakker. Ik duw het zuurstofmasker weg, ‘ik kan dit wel zelf!’  Waar ben ik? Wat een mooie blauwe hemel, die kust,  zo mooi! Lig ik te zonnen? Nee, dat kan niet want ik heb zwemvliezen aan mijn voeten en mijn droogpak aan. Daar juist was ik toch aan het duiken?

Ineens besef ik dat ik een black-out of syncope heb gehad. Mijn 2 buddy’s hebben mij gered. Mijn 2 computers waren volledig uitgevallen, geen zuurstof injectie meer in mijn systeem. Aan een mengsel 10/50, 10% zuurstof en 50% helium kun je aan de oppervlakte niet lang ademen. De ene moment is het licht nog aan en de andere moment is het uit. Zo gaat dat met een hypoxie, zonder een voorteken, levensgevaarlijk! Verdrinking blijft meestal niet lang uit.

Door de slag op het water, bij mijn achterwaartse val,  waren de batterijen van hun contacten losgekomen en zo was het elektronisch onderbroken. Geen alarmtoon meer en geen verse zuurstof meer, ‘end of story!’

Bedankt Paul en Tony om mijn leven te redden! 

N 40° 29’ 30’’ W 69° 51’ 00’’, 180 km uit de kust van Montauk, 29/07/2008

Samen met Ritchie Kohler, bekend van Deep Sea Detectives,  Eduardo Pavia, een bekende Italiaanse onderwatercineast en mijn duikmaat Danny Huyghe, ook een goede videograaf, daal ik langs de shotline af in de donkere diepte. Het water is maar 8° en dit eind juli. De zichtbaarheid is goed, 10 meter ongeveer. Opeens zie ik de Andrea Doria opdoemen. Op 60 meter landen we op bakboordzijde van de boeg. Wat een gevoel! Wij zijn precies astronauten die landen op een planeet, zo mystiek is het! Ik ben onder de indruk van de grootte van het wrak. We volgen de reling naar de punt toe en bereiken zo het meest vooruit stekende deel van de ooit zo majestueuze oceanliner. We dalen af  langs het voordek en komen zo ter hoogte van de ankerlieren, 68 m diep. De immens dikke ankerketting verdwijnt in het  kluisgat. De lieren zijn ook geweldig groot. Wanneer we tussen de mooi begroeide  kranen van het voordek zweven, is onze bodemtijd op en beginnen we te stijgen langs de shotline. Deze mogen we zeker niet lossen want er staat een serieuze stroming op deze locatie.

De opstijging is traag en duurt lang. Vervelen doen we ons niet want we bekijken de videobeelden die Danny tijdens deze intro-duik  kon maken. Er zitten goede shots bij. Na 95 minuten komen we terug aan de oppervlakte. Een fantastisch gevoel:  ‘We did it!’

30/07/2008. Wat gaat deze dag ons geven?

 

30/07/2008.    Locatie: Wrak Andrea Doria, Atlantische Oceaan

Eerste duik: 10 AM.

Het is heel druk aan boord. Iedereen is bezig met zijn duikspullen klaar te maken. Minutieus gaan ze te werk, niets mag je over het hoofd zien. Routine en discipline! Ik help Terry  bij het aankleden. Nog vlug een foto van de duikers, want ik wil in mijn theorielessen laten zien wat ‘ materiaalstress’  betekent. We helpen de andere duikers recht. Zeker 190 kg moeten de benen dragen. Warm, snikheet in het droogpak en een zwalpende boot, er zijn idealer omstandigheden om te water te gaan. Nog wat fris water in hun gezicht, even wat  drinken en dan over boord de diepte in. Eventjes heeft  Terry een probleem met zijn vin aan de oppervlakte. We verwittigen Mike,  zijn buddy, hij hangt aan de ‘shotline’ . (een daallijn aan de boeg van de boot) Mike ziet hem niet. ‘ Okay , I’ ll go after him.’

Ritchie, Eduardo, Danny en ik maken ons klaar. We hebben een goed plan in ons hoofd. De  maquette van het wrak hebben we al goed bestudeerd. We doen nogmaals de punt, langs de voorste kranen, onder door tot 74 m en zo naar de resten van de commandobrug.

 

Een prachtige duik! De eerste duik waren we wel wat zenuwachtig, nu ging het als een fluitje van een cent. Diegene die zegt dat hij geen adrenalinestoot krijgt bij een duik naar 74 m in de oceaan naar een prachtig wrak, die liegt. Je hart gaat te keer zoals je eerste ‘ … beurt.’

Het wrak is mooi begroeid. Het zicht is zeer goed, zeker 6 à 8 m. Het water is ijskoud, 8° celsius , putteke zomer. We duiken met een trimixmengsel  10/50, dat koelt ons nog meer af. Argon voor in ons droogpak zou beter zijn, dat is warmer maar het is nog eens  een extra flesje meesleuren. Er zit veel vis op het wrak, te vergelijken met de Noordzee. De Andrea Doria zelf is imposant. Zo groot en eens zo machtig!

 

Na 110 minuten duiktijd komen we terug boven. Moe, koud, maar voldaan.

We passeren de lege plek van Terry.  Dit is niet normaal!  Hij is een uur voor ons vertrokken.  ‘Die zijn we kwijt.’ zegt Danny. Ik denk het zelfde en krijg rillingen over heel mijn lichaam en niet van de koude. Direct wordt er alarm geslagen. Langs de marifoon verwittigen we de  coastguard, geven de locatie door en alle mogelijke inlichtingen. Heel snel hangt er een helikopter  boven ons. Met speciale restwarmtecamera’s beginnen ze te zoeken maar helaas zonder resultaat. Wij hebben heel de tijd cirkels gedraaid boven en rond het wrak, rekening houdend met  wind en stroming. Niks maar ook niks te vinden. Elke fles,  plastic zak of eender wat aan de oppervlakte wordt aanzien als een mensenhoofd, zo staan je zenuwen gespannen. Het zoeken wordt gestaakt. Stilte overvalt ons. Na een paar uur gaan Ritchie en Eduardo terug naar beneden om op de bodem te gaan zoeken. Danny en ik  gaan hen tegemoet langs de shotline en wachten op 20 m. Zij geven ons een leitje af: ‘ We found the body, line attached on it, 80 to 100 ft from the wreck, 74 m deep. Set up a team to recover. ’

De kapitein  van de boot, een weinig diplomatische man,  forceert een  duikersteam van zijn bemanning bij elkaar. Woorden als: ‘Get the fucking job done.’ , zijn op zulke momenten zeker niet op zijn plaats. Het is niet zo maar een klus die je eens even vlug gaat klaren.

Na een goed uur gaan Danny en ik terug naar 20 m om eventueel te helpen. Wanneer de 2 redders ons op de afgesproken diepte bereiken krijgen we weer een bordje.  ‘ We could not reach the body, too far, too deep!’

Wanneer ik deze boodschap aan de oppervlakte mededeel zegt de kapitein dat hij dat bericht  zelf wil lezen. Hij gelooft  mij blijkbaar niet.

Al vlug is het duidelijk dat het geen gemakkelijke taak zal worden. Ritchie en Eduardo overtuigen de kapitein dat er nog andere duikers aan boord zijn  die bekwaam zijn om op die diepte zulke moeilijke operatie uit te voeren. Het is ook niet prettig om een buddy zo maar achter te laten zonder te proberen om het lichaam te recupereren. Danny en ik besluiten om toch onze kans te wagen en geven ons als vrijwilligers aan.  De manier waarop Ritchie en Eduardo ons hielpen om onze rebreathers duikklaar te maken was ongelooflijk. Hun  psychologische bijstand was welgekomen. Zij hadden ons verwittigd dat het geen mooi zicht was ondanks dat Terry nog niet zo lang in het water lag. We wisten waar we voor stonden, waar we ons aan konden verwachten. Het lijk was verbonden met de reling van het wrak dmv. een reel. 1 Noodflitser aan de rand van de Andrea Doria en 1 flitser aan het lichaam moeten ons de weg wijzen.

Het is laat in de namiddag wanneer we te water gaan. Wanneer we zouden bovenkomen zou het zeker al donker zijn. We hadden een maximum duikduur van 165 minuten op gegeven. Wanneer we dan niet zouden boven zijn,  zou er iets ernstigs aan de hand zijn.

Het water is glashelder tijdens de afdaling. Praktisch geen stroming, dat valt mee! Wanneer we de rand van het wrak zien beginnen we heel schuin naar de fluo gele geleidingskoord  te zwemmen. Zo winnen we kostbare minuten. Elke  minuut langer op die diepte  kost ons zeker 12 minuten extra deco-tijd.  Door de goede zichtbaarheid zien we de flitser die aan het lichaam van Terry is vast gemaakt  in onze lichtschijn opdoemen. Zijn pak is zwaar gesqueezed en de ademloop van zijn rebreather hangt boven zijn gezicht. Door het zware materiaal ligt hij op zijn rug in de zanderige bodem. Zo snel mogelijk maken we 2 hefballonnen aan zijn uitrusting vast. Wanneer we ze vol lucht  blazen gebeurt er niets, te zwaar! Snel doe ik zijn reserve flessen, stages, af en nog gebeurt er niets.  Plots besef ik dat hij door het zware materiaal wat in het zand van de bodem is gezakt. Ik besluit om hem aan het hoofduiteinde, zoals bij een reddingsoefening, met een goede afstoot wat omhoog te liften.  En ja,  eindelijk voel ik hoe het zware gewicht geleidelijk  negatief wordt.  Met uiterste voorzichtigheid zwem ik een paar meter omhoog. Ik moet goed opletten dat niets van zijn materiaal bij mij blijft vast haken, dat zou levensgevaarlijk kunnen zijn. Wanneer het lichaam genoeg opwaartse kracht heeft laat ik het voorzichtig los en zie de bewegingloze schim in het donker naar de oppervlakte vertrekken. Wat een opluchting!

Onze bodemtijd loopt over de 30 minuten. We klikken de extra stages aan onze wing. In Amerika weet je maar nooit, niets aan het toeval overlaten .Die stages  kunnen nog als bewijsmateriaal dienen bij de politie. Ik begin terug in te reelen. Veel stroming tegen. Normaal stond de stroming toch naar het wrak toe?  Met moeite geraak ik vooruit. Die extra fles aan mijn wing beperkt mijn zwemcomfort. Danny begint te vloeken, wat is er toch gaande? Opeens voel ik nog een grotere neerwaartse stroming over het wrak komen.  68 m, ik kan niet meer. Ik geraak niet tot aan de reling waar mijn reel is vast gemaakt. Ik besluit die extra fles af te doen en naast het wrak te leggen. Ik ga mijn leven niet op het spel zetten voor een stomme duikfles. Zo gaat het wat beter. Met  wat vertraging bereiken we de zijkant van het schip. Ik kijk op mijn computer, ‘TTS 146 min’. Als de hel weg van hier, nog zo lang en zo koud!

Wat we dan meemaken tart elke verbeelding. Tijdens onze stijging is het f… koud, nog nooit heb ik zo kou geleden. Opeens voel ik een warme luchtstroom, lekker, maar met die warme laag kwam ook nog een extra stroming. We moesten ons met 2 handen vasthouden aan de shotline. We hingen met zijn 2 als vlaggen te wapperen. Dan viel de stroming plots weg en het werd  weer ijskoud. Zo ging het om de paar minuten door, warm, koud,  meer stroming en dan weer minder. Op het einde van onze duik, in het laatste gedeelte van onze decofase, werden we met momenten 180° rond geslingerd, zoals op een paardenmolen. Ongelooflijk, we wisten niet wat ons overkwam. 

De lampen van mijn duikhelm doorbreken de oppervlakte en schijnen in de donkere hemel van de Atlantische Oceaan. Er hangt een  dichte mist. Iemand gooit ons een koord toe en we worden langszij getrokken. Zwemmen is onmogelijk. De stroming aan de oppervlakte is niet te doen. ‘ Great job guys.’ roepen ze.Na 143 minuten kruipen we op de ladder en strompelen met zijn 2 aan boord. Terry lag vreedzaam onder een deken. Goddank dat hij het tot de oppervlakte had gehaald. Terry was het 15de dodelijke slachtoffer op de Andrea Doria. Nadien horen we zeggen dat die stroming veroorzaakt wordt door het samenkomen van 2 zeestromingen, nl. de warme Golfstroom en de koude Labradorstroom. 

31/07/2008: Nantucket, Long Island

Na 10 uur varen meren we aan aan de stijger van de coastguard. Het duurde bijna 12 uur voor we mochten beschikken van de politie. Alles werd onderzocht en iedereen werd ondervraagd. Wat is er gebeurd? Niemand weet het. Terry zijn duikbuddy, Mike,  heeft zijn duikmaat beneden nog gezocht maar nooit gevonden. Een defect aan de rebreather? Hypoxie? Hyperoxie of CO² vergiftiging?   ‘Only god knows.’

‘So long Terry,  may God bless  you.’


Praktische en technische gegevens

Diepte: 75 meter, ligt op haar stuurboordzijde.
Ligging: N 40°29’30’’ W69°51’00’’, 50 mijl ten zuiden van Nantucket.
Tonnage: 29083 ton waterverplaatsing.
Lengte: 700 voet
Breedte: 90.2 voet
Diepgang: 45.4 voet
Gebouwd in:  Sestri nabij Genua, Italie.  Ansalmo Shipyard.
Accommodatie: 1241 passagiers, 218 firstclass, 320 Cabinclass, 703 touristclass en 575 man bemanning.
Motoren: 6 stoomturbines.
Snelheid: 23 knopen